Na de negenurige treinrit vanaf de Maleisische grens besloten we op het allerlaatste moment toch maar om de nachtferry naar het eiland Ko Phangan aan ons voorbij te laten gaan en in een hotelletje te duiken. Net even wat comfortabeler en soms heb je daar gewoon zin in. Daarbij komt dat we dan de volgende ochtend met de 'snelle boot' zouden gaan die er slechts drie uur over zou doen. Dit bleek achteraf trouwens geheel onwaar te zijn. Gewoon dik vijf uur; ik vond dit echter niet zo'n probleem omdat ik de laatste Nicci French van Pleun had gekregen waar ik in de trein al in begonnen was en dit zo in een etmaal kon uitlezen. En wat een andere manier van reizen ineens! Een combiticket bus-boot en dan op een afgeladen boot met vakantiegangers terechtkomen. Echt afgeladen en echte vakantiegangers, gewoon heel anders dan wat we tot nu toe gezien hebben. Op de boot werden we ook al bewerkt door gidsen die wel een leuk bungalowtje voor ons wisten. Aangezien de fotoos er wel leuk uitzagen besloten we mee te gaan.
Eenmaal daar aangekomen konden we een leuk huisje aan zee krijgen voor slechts 5 dollar per nacht. Eigen badkamer, 24 uur elektriciteit en een fijne veranda met twee hangmatjes vanwaaruit je lekker de zee in kunt staren. Aangezien de baai vrij ondiep was, moesten we een aardig stuk de zee inlopen om te kunnen zwemmen. Uiteraard ook hier weer gesnorkeld (hoewel dit lang niet zo mooi was als rondom de Perhentians), gewandeld en gerelaxed. Daarnaast hebben we ook nog twee dagen motorfietsjes gehuurd om zo het eiland te verkennen, hetgeen erg leuk was. Het enige enigszins avontuurlijke dat we hier hebben meegemaakt, was het weer. Dit kon aan het einde van de dag nogal omslaan: van licht bewolkt met een fijn briesje naar een stormachtige wind met heftige regen. De zee veranderde dan ook van spiegeltjesglad in een heuse golvenmassa met schuimkoppen. In de verte wat gerommel en een leuke flitslichtdemonstratie en het plaatje is compleet. Deze weersverandering duurde nooit lang en meestal zag je het weer ook hier heel goed over of langs het eiland trekken.
Na een week op Ko Phangan waren we zo bruin geworden dat het vies begon te worden (eraf boenen lukte echt niet meer); tijd om verder te gaan dus!